De grondlegger van de polariteitsleer is Randolph Stone. Nadat hij zich verdiept had in de Ayurvedische en Chinese gezondheidsleer, kreeg hij inzicht in de subtiele elektromagnetische velden van het lichaam.
Bij polariteitstherapie wordt levensenergie tussen twee polen bewust benut, zodat energieblokkades opgeheven worden en energiestromen in evenwicht komen. Hierdoor kan het lichaam zichzelf genezen.
Levensenergie stroomt door het hele lichaam en eromheen. Het stroomt verticaal, horizontaal en in spiralen. Aan elke kant van het lichaam lopen vijf lange verticale energiebanen. Deze vijf energiestromen staan in verbinding met de vijf elementen, te weten: aarde, water, vuur, lucht en ether. Deze energiestromen komen uit in onze handen en voeten (pink en kleinste teen: aarde).
De energiecentra langs de centrale as van het lichaam, de chakra’s, vormen de verbinding tussen de energie om ons heen en het lichaam. Chakra is Sanskriet voor wiel. De chakra’s lijken wel een beetje op energetische draaikolken. Vanaf de wortelchakra tot aan de kruinchakra loopt een belangrijke energiebaan (nadi in het Sanskriet), dit is de Shushumna. Daaromheen kronkelen twee nadi’s, Ida en Pingala geheten, de komen volgens de Ayurveda uit in resp. het linker- en rechterneusgat.
In de polariteitstherapie wordt gebruik gemaakt van de negatieve en positieve polen in ons lichaam. We bestaan uit ontelbare cellen. Elke cel bevat een positieve, neutrale en negatieve pool. De therapeut legt beide handen op het lichaam van de cliënt. Hierdoor worden positieve en negatieve polen met elkaar verbonden. Zodoende gaat de energie stromen in de richting waar energie nodig is. De handen van de therapeut fungeren als het ware als een accu, waardoor er een energiestroom gaat ontstaan.